Direct naar de inhoud.

Missie hartchirurgie naar Marokko

Vier dagen na terugkomst in eigen land rollen de tranen dan toch over mijn wangen. Blijkbaar heb ik mezelf opgelegd dat ik als ‘de ervaringsdeskundige’ binnen het Hartcentrum geen gevoel mag tonen over wat ik in Marokko meegemaakt heb. Moet ik de sterke hartpatiënt in andermans ogen zijn. De persoon die onbreekbaar is omdat ik op aarde rondloop alsof ik niets mankeer.

Gefinancierd door Stichting Santé Pour Tous mag ik mee op missie met Dave Koolbergen en het ok team om in Casablanca kinderen met een aangeboren hartaandoening te opereren. Kinderen afkomstig uit gezinnen die te arm zijn en voor wie de zorg letterlijk en figuurlijk te ver weg reikt om een dergelijke operatie zelf te kunnen betalen. Van te voren kon ik geen inschatting maken wat voor impact deze ervaring op mij achter zou gaan laten.

Een paar jaar geleden mocht ik al eens bij Dave een openhart operatie van een leeftijdgenoot bijwonen. Ook al nam ik destijds geen plaats op hetzelfde bed waarop ik ook ooit lag; ik stond om meerdere redeneren doodsangsten uit. Voorafgaand had ik enkel de serie ER als voorbeeld hoe het er tijdens een openhart operatie aan toe zou gaan. Ik kon nauwelijks mijn eigen ervaring buiten beschouwing laten omdat ik wel kan inschatten voor hoeveel fysieke en mentale uitdagingen de patiënt na zijn operatie zou komen te staan. En toen eenmaal ook de roes van die dag was uitgewerkt sliep ik een aantal nachten heel slecht. Want ondanks dat het merendeel van de patiënten zonder complicaties de operatie doorstaan weten we allemaal dat het ook anders kan lopen.

Terug naar Schiphol. De kennismaking met het ‘Marokko team 2019’. Het voelt vanaf de eerste minuut aan alsof we dit al vaker met elkaar hebben gedaan. Voor zover mogelijk spreken we onze verwachtingen uit. Enkel Dave kan uit ervaring spreken. Het is zijn derde missie alweer. Tezamen met Tina, de penningmeester en fotografe van de Stichting ben ik de enige niet medici. Ik vertelde over mijn rol binnen het Hartcentrum. Dat ik mezelf in Marokko ook met diverse onderzoeksvragen bezig wil houden. Wat kan ik mij überhaupt voorstellen bij een Marokkaans ziekenhuis? Hoe is het voor Marokkaanse patiënten om daar onder behandeling te zijn? En stiekem ben ik heel benieuwd naar hoe het voor mij zou zijn daar behandeld te worden. Ik wist niet of men van te voren al op de hoogte gesteld is over mijn gezondheidssituatie, ik vond het sowieso (nog) niet nodig om deze informatie met hen te delen. Ik wil mij focussen op hoe de Marokkaanse professionals omgaan met de patiënt en diens familie, specifiek gericht op voorlichting en nazorg. Een klein kwartier later dreig ik de strijd met mijzelf te verliezen en deel ik ‘mijn geheim’. Met roodgloeiende wangen van schaamte (door het patiënt zijn, ik geen medici ben en toch met zo’n dergelijke missie mee mag) besef ik eindelijk hoe gaaf het is dat de chirurg die mij leven gegeven heeft, mij als ex patiënt meeneemt om ook in Marokko van betekenis te kunnen zijn. Met een gerust hart en heel veel zin in wat er komen gaat stap ik het vliegtuig in.

De eerste indrukken
Toen ik de volgende dag het ziekenhuis inliep was het echt even schakelen. Het valt mij zwaar dit ziekenhuis niet te willen vergelijken met die uit eigen land. Toch doe ik het. Met alles. Patiënten of diens familie liggen in het plantsoen of zitten voor de deur van het ziekenhuis te wachten op hulp. Op de afdeling cardiologie liggen kinderen en volwassen door elkaar. In een kamers staat enkel een bed. Een verf geur (de afdeling wordt op dat moment verbouwt) zorgt ervoor dat je instant hoofdpijn krijgt en je benen laat wankelen. We worden geplaatst in een kamer waar verschillende mensen in en uitlopen. Ik vraag mij af wat voor professie eenieder van hen uitvoert. Ik bestempel de man die in de weer is met dossiers als ‘manager dossiervoering’. Ik vermoed dat de man in colbert, die de patiënten aan Dave voorlegt, thoracaal chirurg is. De rest is mij een groot vraagteken. Ik merk dat ik het moeilijk vind vertrouwen in deze missie te leggen. Grote zorgen maak ik mij over de ok ruimte. Zowel Abdelali, die vanuit zijn stichting evenals Dave bekender dan ik zijn met de gang van zaken. Beiden zien er niet uit alsof ik mij ergens druk om hoef te  maken.

Dat leert mij weer te vertrouwen dat het goed is wat we doen. Dan komen er nog twee moeders, vergezeld door hun kind de kamer binnen. De kinderen die wij deze dagen zullen opereren. In de hoop dat we ook hen kunnen opereren schuift de ‘man van de dossiervoering’ tussen neus en lippen door nog andere patiënten in de handen van Dave.

Een paar uur later wordt Amira, het meisje met de prachtige ogen voor ok klaargemaakt. Morgen staan de twee anderen op de planning. De patiënten die later aan Dave werden gepresenteerd, kunnen we tot onze spijt niet opereren. Voor hen geldt een te groot risico. Zij zullen op kort of op langer termijn komen te overlijden. Ja, ook dat is realiteit. Dit bericht raakt me ter plekke gek genoeg niet.

Vanuit een raam bekijk ik de ok ruimte. Ziet er geruststellend en niet heel anders uit dan in Nederland! De steriele tafel met gereedschappen is klaargelegd. Ons eerste patiëntje is gesedeerd. Wij stappen de ok binnen. Ik neem plaats in een hoekje en Dave begint aan de incisie. Net als in Nederland begin ik te kokhalzen zodra de geur van verbrande huid mijn neus binnendringt. Mijn voeten verschuiven daar naar waar de airco koude lucht de ruimte in perst. Ik sta op een strategische plek waar ik niet kan zien als het borstbeen wordt geopend met een apparaat wat zo uit de doe-het-zelf winkel lijkt te komen. Samen met tweedejaars geneeskunde student Hicham weten wij ons op te werken tot omloop voor Tessa, de ok assistent uit het LUMC Leiden. Precies wat ik nodig heb. Af en toe iets uit het pakket opzoeken en aanreiken wat we vanuit Nederland hebben meegenomen om zo niet bewust bezig te zijn met voelen wat ik meemaak. Ik ga zo op in mijn activiteiten en ‘vergeet’ daardoor zelfs dat er een kind onder het laken ligt. Ik durf een kijkje te nemen wat Dave, de Marokkaanse chirurg en de manager dossiervoering’ die dus thoracaal chirurg in opleiding blijkt te zijn, nou precies uitvoert  aan de andere kant van het laken. De ok verloopt voorspoedig. We gaan naar het hotel zodra Amira haar roes op ic uitslaapt.

Een bewogen dag twee.
De volgende dag besluit Dave een aanpassing te maken in het operatie schema. De gezondheidstoestand van desbetreffend kind blijkt toch complexer in elkaar te steken. Hierdoor besluit hij haar tot ieders spijt niet te opereren. Het achtjarige jongetje, Ayman met Tetralogie van Fallot wordt direct klaargemaakt voor ok. Ik geef de ic-kindjes aandacht. Een groep staat bij het bed van Amira. Ik kan niet goed zien wat er met haar aan de hand is maar ze is zichtbaar overstuur. Haar monitor slaat alarmbellen. Bloeddruk en hartritme zijn torenhoog. Haar beademingsbuis blijkt zojuist te zijn verwijderd. Ze is in stress. Amira poogt haar drains uit haar buikje te trekken. Daarom worden haar polsjes aan het bed vastgebonden. Haar gehuil is voelbaar tot in iedere vezel van mijn lijf. Ze schopt met haar benen. Enkels worden ook vastgebonden aan het bed. Op aandringen van Dave geven ze haar een sedatie middel. Omwille van kansen op infectiegevaar willen ze haar moeder niet halen. Een aantal minuten later neemt haar moeder plaats op een stoel naast haar. Amira is in diepe slaap. Moeder kijkt ons vragend aan waarom haar kind niet reageert als ze haar naam roept? Wij vragen het ic personeel de moeder te informeren dat Amira zo overstuur was, zij daarvoor bij haar kind is geroepen maar intussen tijd een sedatiemiddel heeft gekregen. Dat ze hierdoor niet reageert normaal is.

De stress van het verwijderen van de beademingsbuis als kind staat mij bij als de dag van gister. Ik was net iets ouder dan Amira. Het afbouwen ervan verliep niet soepel. Contact met mijn moeder was precies wat ik op zo’n moment nodig had.

Zodra het jongetje in slaap is gebracht, volgt bijna weer eenzelfde herhaling als de dag ervoor. Dit keer heb ik mezelf voorgenomen ALLES van de procedure te willen aanschouwen. Inclusief het door zagen van het borstbeen. Wederom zoekt mijn neus het briesje wat uit de airco komt zodra de huid geopend wordt. De zaag deed me weinig. Dave kreeg ondersteuning van dezelfde thoracaal chirurg maar een andere ANIOS dan de dag ervoor. Ook is er een andere perfusionist. Tessa heeft besloten de steriele tafel voorafgaand aan de ok zelf voor te bereiden zodat ze weet dat alles in de buurt ligt wat ze nodig heeft. Hierdoor hoeft ze minder op Hicham en mij te leunen.

De ingreep vind ik technisch interessanter dan die van gister. Ik kan ook goed mee kijken over de schouder van Dave. Het is pas een tweede operatie maar ze zijn zo op elkaar ingespeeld alsof alles wel vlotter lijkt te gaan. Ayman wordt een paar uur later na een geslaagde ok op IC geïnstalleerd. Mijn hart maakt een sprongetje als ik de moeder van Amira nog steeds naast haar zie zitten. Ze houden zich beiden kranig.

Kippenvel en tranen.
Hicham is in Nederland geboren maar is tot onze grote vreugde de Marokkaanse taal machtig. Dave, Hicham en ik zoeken de moeder van Ayman op. Moeder is nog steeds in onwetendheid over de situatie van haar zoon. We vertellen dat de operatie geslaagd is en hij nu op IC ligt. Tranen springen bij haar in de ogen, kippenvel over mijn lijf. We vragen haar hoe en wanneer zij nu in de gaten kreeg dat haar jongste zoon niet gezond was. Ayman is de jongste van zes broers uit het gezin. Hij kon geen 500 meter lopen. Ze droegen hem naar school en tijdens de potjes voetbal kwam hij niet verder dan het aanmoedigen van zijn broers en vrienden. Om de moeder van Ayman hoop en vertrouwen te geven vraag ik aan Dave of het een idee is te vertellen dat hij mij ook geopereerd heeft. En haar zoon nu ook een streep op de borstkas draagt. Terwijl Hicham tolkt, omarm ik haar. Stevig klemt ze een arm om mijn middel en knijpt zachtjes zodra Dave zegt dat Ayman over drie maanden zelf mee kan doen met een potje voetbal. Een paar uur later proosten we op een zonnig hotelterras op een geslaagde en bijzondere missie.  

Frustratie.
Vier dagen later voel ik de frustratie in mijn lijf opkomen. Ik dacht ALLES gezien te hebben wat ik had willen zien. Alles gedaan te hebben wat binnen mijn macht lag. Ik kom erachter dat dit naar mijn idee niet waar is. De kinderen heb ik merendeel slapende meegemaakt. En dat terwijl ik weet, voel en besef dat een technisch geslaagde operatie niet enkel hetgeen is waar een patiënt en diens familie naar verlangt. Persoonlijke aandacht. Wat had ik hiervan graag meer willen geven. Een warme hand in die van de kinderen, net op het moment dat ze in slaap werden gebracht of juist wakker werden gemaakt. Maar nee, ik stond erbij, keek ernaar en dacht op dat moment niet na of ik meer van betekenis kon zijn….

Eenmaal terug in eigen land baal ik. Was het niet mijn taak om meer om de kinderen te bekommeren? Dave heeft overduidelijk meer ervaring met deze missies. Hij schrijft dat we juist trots mogen zijn op deze geslaagde operaties. Via Whatsapp tikt hij verder: “Het gevoel van een druppel op een gloeiende plaat te zijn door ‘maar’ twee kinderen te hebben geholpen wordt volledig weggenomen als je de persoonlijke verhalen van de patiënten hoort; deze missies zijn extreem waardevol, vooral ook door de boodschap die patiënt, diens familie en de professionals uitdragen en uitstralen. Ik ben bijzonder dankbaar dat ik dit mag doen. Zo zou het voor jou ook moeten voelen”. Hij heeft gelijk en schrijf dat ik hem dank voor het openbreken van mijn gevoel.

Door dit soort missies hoop ik dat Dave een inspiratie kan zijn voor zijn collega’s. Op deze manier draag je kennis over. Ook leer je sommige dingen (beter) te relativeren en/of te waarderen.

Waar we in Nederland soms teveel regeltjes op de regeltjes hebben, ontbreekt het er in Marokko aan velen. Een betere wereld, begint bij jezelf en draag je belangeloos bij op betere kansen voor de hartpatiënten in Marokko.